logo adda ruimtelijk denken klein

Open de tussenruimte
Open de tussenruimte

Prijsvraaginzending (genomineerd plan) voor wedstrijd Noordervisie

Retrospectief 2040

“De werkelijke fantasten zijn diegenen die denken dat de werkelijkheid van gisteren morgen weer terugkomt” Wouter Hoogland

In 2040 is de ruimtelijke weerslag van wonen, werken en leven in de noordelijke regio terug te voeren op investeringen in een robuust netwerk van (burger?)initiatieven en coöperatieve bedrijvigheid ontstaan in de ‘tussenruimtes’ van stad en regio.

Het Samenwerkingsverband Noord Nederland heeft zich met hun strategische agenda’s gericht op het bevorderen van sociale innovatie, en daarmee een stimulerende rol vervuld om nieuwe verbindingen tussen lokale initiatieven te laten rijpen en te laten beklijven. Dit heeft als motor gediend voor het ontwikkelen van ‘eigen kracht’ in regio, zodat deze onafhankelijk is geworden van subsidies en internationale verhoudingen op de wereldmarkt. Daarmee is het weerstandsvermogen van de regio toegenomen voor oncontroleerbare economische invloeden van buitenaf en is de regio een inspirerend voorbeeld geworden voor legio andere gebieden in europa.

De crisisjaren in het 2e decennium van de 21e eeuw hebben het noorden aangezet om in de ‘tussentijd’ te sturen op sociale innovatie gericht op het herdefiniëren, herontwerpen en herconstrueren van sociale en economische systemen die tot stilstand waren gekomen. De combinatie van enerzijds de negatieve effecten van economische stagnatie, globalisering en klimaatproblematiek en anderzijds de toegenomen communicatie mogelijkheden van het digitale tijdperk en mondigheid van burgers hebben er toe bijgedragen dat er een ideaal transitieklimaat ontstond om ‘de zaken’ duurzaam te organiseren. Bottom?up , cocreatie tussen burgers, bedrijven, overheid en kennisinstellingen hebben geleid tot versterking of vervanging van gangbare systemen in 2013.

Terugkijkend vanuit 2040 zijn tal van kansen voor coöperatieve samenwerkingsverbanden ontstaan vanuit burgers en private partijen. De tussenruimtes hebben als ‘ontwikkellab’ gefungeerd van waaruit de ideeën deels konden rijpen en nu volwaardig onderdeel uit maken van de regionale ontwikkeling tot het niveau waar de regio zich nu in bevindt. Daar was bestuurlijke visie en lef voor nodig, maar de ondersteuning heeft een onafwendbare verandering van systemen versneld, waardoor het noorden zijn huidige autonome positie heeft kunnen bereiken. We kunnen vaststellen dat het de tussenruimtes waren die als startpunt fungeerden en onderdak boden als de noodzakelijke kraamkamers om een nieuwe kansrijke toekomst op te bouwen voor de regio noord nederland.

De ‘tussenruimtes’ waren vrij van claims door stad en regio en boden ruimte aan de bouwstenen voor een nieuwe economie. Daarmee heeft de regio een voorlopende rol vervult en een bijdrage aan het huidige coöperatieve kapitalisme geleverd. Tussenruimte bestond uit leegstaand vastgoed boerderijen/kerken/winkelpanden/ bedrijfsgebouwen en in onbruik geraakte terreinen, waarvan het eigenaarschap wel was belegd maar de functie ongedefinieerd. De grenzen tussen bezit en gebruik zijn vervaagd. De tussenruimte is benut om individueel onderschap en privaat initiatief te koppelen aan collectieve actie. Klassieke samenwerking op basis van belangen is omgebogen naar cocreatie op basis van waarden. De globalisering, individualisering en virtualisering van het alledaagse leven in begin deze eeuw hebben bijgedragen aan het verlangen naar geborgenheid en herkenbaarheid. De tussenruimtes vervullen tot de dag van vandaag de rol als laboratorium om in de luwte van alledag locale krachten te verbinden in de regio.

De verandervraagstukken waren niet exclusief voor de noordelijke regio, maar speelden internationaal. Het noorden had echter wel een voorsprong in de ruimtelijke en sociale context vanwege de specifieke kwaliteiten die aanwezig zijn voor het verkennen van een nieuwe toekomst, tw overmaat en overlevingskracht als ontwikkelregio in Europa. De kramp rondom krimp bleek ongegrond, het vrijkomen van ruimteclaims en de demografische veranderingen waren juist noodzakelijk om de urgentie te voeden om daadwerkelijk het roer om te gooien.

Open de ‘tussenruimte’ om sociale innovatie te stimuleren.

Commenting on the findings of 2052, Ian Johnson, Club of Rome Secretary General said: “Professor Randers’ analysis of where the world could be in 40 years has demonstrated that ‘Business as usual’ is not an option if we want our grand?children to live in a sustainable and equitable planet. It took 40 years before the full message of The Limits to Growth was properly understood. We cannot afford any more lost decades.”

Een trendbreuk is noodzakelijk om duurzame ontwikkeling van het noorden ook werkelijk gestalte te geven. De urgentie is hoger dan ooit. Bestaande systemen zullen zich logischerwijs verweren tegen veranderingen. Werkelijke veranderingen zullen niet vanzelfsprekend in de gevestigde orde worden gevonden. Bedrijven werken al langer aan de innovatieparadox, en onderkennen dat slecht 25% van de innovatie technische vraagstukken behelst en 75% procent wordt bepaald door mens en organisatie. Voor echte verandering is dus meer nodig, namelijk de sociale innovatie en ontwikkelkracht van ondernemende personen bij bedrijven, overheden, kennisinstellingen en de bevolking. Coöperatie en bundeling van krachten zal effect sorteren. Fysieke en mentale ruimte is nodig om in de luwte van alledag werkelijke vernieuwing te laten plaatsvinden. Innovatie is nodig om vooruit te komen, sociale innovatie is de motor van technologische innovatie. Voor een regio kunnen we stellen dat werkelijke innovatie alleen dan kan worden bereikt als de ‘eigenkracht’ van de inwoners wordt aangesproken.

Doel: Ondersteun sociale innovatie!

Juist in de bestaande burgerinitiatieven ligt sociale innovatie besloten! De overzichten met inspirerende voorbeelden uit eigen land en het buitenland nemen exponentieel toe; over decentrale energie netwerken, coöperatieve financiering, zorgnetwerken, lokale voedselproductie, crowdfunding enz . Denkkracht, inventiviteit en daadkracht in deze sporen is nodig om nieuwe wegen te verkennen. Het gaat niet zozeer om innovatie in de zin van bestaande systemen verbeteren maar het zoeken naar synergie om nieuwe combinaties mogelijk te maken met lopende initiatieven, waarbij ondernemerschap van burgers wordt gestimuleerd.

Doel: Open deze mentale ruimte!

De demografische ontwikkeling in het noorden laat zien dat vergrijzing gaat optreden en een verdere ontvolking van het buitengebied. Hierdoor komen veel locaties beschikbaar die nog wel in eigendom zijn maar geen functie meer hebben. Niet alleen sociale verbanden staan onder druk, maar ook de fysieke ruimte zal veranderen. Het gaat om vrijkomen van schoolgebouwen, agrarische bedrijven, bedrijfspanden, maar ook historische gebouwen en braakliggende terreinen. Voor bestaande systemen is dit bedreigend maar juist de ruimte die hierdoor ontstaat kan gebruikt worden als ‘praktijk laboratoria’ om nieuwe sociale en economische modellen te ontwikkelen en uit te proberen. Doel: Open de tussenruimte!

De tijd dat bestuurders konden sturen op eindbeelden via stappenplannen en topdown aansturing ligt al ver achter ons. Dat betekent niet dat de bestuurlijke rol is uitgespeeld, er is juist nieuw leiderschap nodig om alternatieven voor bestaande systemen te ontwikkelen. Nieuw leiderschap vraagt andere competenties en vaardigheden. Faciliteren en cocreatie zijn sleutelwoorden die hierbij een rol spelen. Sturen op het verbindingen op basis van waarden maakt daarbij plaats voor het sturen op belangen. Daar zijn partners, lef, een vaste rug en tijd voor nodig.

Doel: Open de tussentijd, creëer ontwikkeltijd!

Duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de drie noordelijke provincies is niet te ontwerpen, maar er zijn wel condities te creëren waarin duurzame ruimtelijke en sociale ontwikkeling kunnen uitgroeien tot een robuust systeem. Veel inzet wordt gepleegd om een duurzaam bewustzijn te stimuleren vanuit de aanname dat duurzame ontwikkeling te bereiken is als er maar genoeg draagvlak is te vinden binnen bedrijven, overheden en bij burgers. Met de beste bedoelingen wordt top?down ingezet op het bereiken van duurzame doelen. Echt succesvol kan dit pas worden als de doelen bottom?up worden opgebouwd, vanuit het eigen bewustzijn. Het gaat om het katalyseren van talenten, niet om trainen maar uitdagen. Zichtbaar maken dat nieuwe kansen uit kleine initiatieven zijn te combineren. Uitnodigende dialoog en aansprekende voorbeelden helpen bij een groeiend bewustzijn. Systemen worden robuuster bij voldoende diversiteit in de verbindingen. Verbindingen ontstaan op basis van wederzijdse aantrekkelijkheid. Wederzijdse aantrekkelijkheid ontstaat als ieder zowel boven zijn eigen belang kan uitstijgen en ook de persoonlijke effectiviteit vergroot. Privaat initiatief is op deze wijze te koppelen aan collectieve actie en andersom.

Doel: Stuur op collectieve actie en persoonlijk succes!

Uitvoering

Voorbeelden in binnen en buitenland laten zien dat initiatieven als verkenning van een coöperatieve economie succesvol zijn zowel in termen van bedrijfsresultaat, als van maatschappelijke kosten en baten. Duurzame ontwikkeling is niet los te zien van betrokkenheid van de burgers, de eindgebruikers. Het is zelfs noodzakelijk om de denk? en ondernemerskracht van burgers aan te spreken om de vraagstukken van morgen op te lossen. Vanuit dit besef is het aantrekkelijk deze sporen te verkennen. Hieronder presenteren we bouwstenen die als aanjager kunnen dienen in de noordelijke regio en het fundament leggen van een robuust netwerk.

Robuuste netwerken bouwen

Er is sprake van een ontwikkeling van verschillende netwerken van bewonersinitiatieven. Deze sociaal?maatschappelijke netwerken lijken spontaan te ontstaan als antwoord op reële actuele vragen in het gebied. Het zijn boeiende en ten tijde van krimp broodnodige initiatieven van onderop die onzes inziens een wezenlijk bestanddeel van de robuuste structuur (= alles waarvan je zou wensen dat het ook na de krimp in het gebied aanwezig blijft) vormen. Vanuit de gedachte dat een systeem sterker wordt naarmate de complexiteit ervan toeneemt (Louis le Roy) lijkt het zinvol de gelaagdheid van het netwerk te intensiveren. Naast de aanwezige lagen zouden in het gebied nieuwe programmatische, organisatorische en/of economische lagen kunnen worden toegevoegd. Hoe complexer het fysieke, formele en informele netwerk, des te groter de daadkracht van de bewoners en de veerkracht van het gebied als geheel. Er zal actief ondersteund moeten worden om ruimte te organiseren voor aan lokale initiatieven, deze onderling te verbinden en door te ontwikkelen tot nieuwe praktijk. Een fysieke en virtueel kennislab en ontwikkellab is noodzakelijk om inzichten gezamenlijk te delen en als collectief geheugen te dienen.

Gebouwen

We zoeken de mogelijkheden in de ‘tussenruimte’, de ruimte zonder harde gebruiksclaims. Ruimte waarin iets nieuws kan groeien. Ruimte met bepaalde kwaliteiten die we op een nieuwe manier gaan waarderen. Op het hoge schaalniveau is dit de ruimte tussen ‘hardcore’?landbouwgebied, ?natuur of ?verstedelijkte gebieden. Transitiegebieden waarin nieuwe mengingen van voorheen gescheiden functies en gebruiken denkbaar zijn. Op het schaalniveau van gebouwen bevindt de ‘tussenruimte’ zich in de vele vrijkomende boerderijen, bedrijfsgebouwen, winkelpanden, kerken of woningen. Gebouwen die hun oorspronkelijke functie verloren hebben en waarvoor het lastig blijkt nieuwe gebruikers te vinden. Gebouwen die slechts met uitzonderlijke inspanningen op het kwaliteitsniveau van vergelijkbare nieuwbouw te krijgen zijn. Juist deze gebouwen bieden ruimte voor nieuwe initiatieven, omdat zij tegen relatief lage m2?kosten te verwerven zijn en er een overmaat in zit die het mogelijk maakt morgen te starten met een programma en een sluitende exploitatie en daarna verder te ontwikkelen. Elke volgende tussenstap levert een mogelijk eindbeeld op.

Voorwaarde voor een organisch groeiend programma in een bestaand gebouw is dat de gebruikelijke route om een gebouw in één keer klaar te maken voor het nieuwe gebruik verlaten wordt. Ook zal niet meer op een manier moeten worden ontworpen en gebouwd waarbij het volledige verbouwde volume nieuwbouwkwaliteiten krijgt. Beter lijkt het te vertrekken vanuit de kwaliteiten die een leegstaande boerderijschuur, een verlaten kerk of een gesloten winkelpand op dit moment bezitten.

De lege boerderijschuur is een mooi voorbeeld van een overdekte (buiten?)ruimte waarin veel mogelijk is. Ervan uitgaand dat de schil van het gebouw de regen, de zon en de wind buiten houdt kunnen er onder die paraplu volumes worden geplaatst waarin nieuwe functies huizen. Efficiënte ruimtes voorzien van alle benodigde functionaliteit en comfort, geklimatiseerd en afgewerkt. Deze volumes zouden kunnen worden geprefabriceerd en onder de kap worden samengesteld tot woon? en/of werkruimtes. Tussen deze volumes en de omhullende schil van de boerderijschuur bevindt zich een onbenoemde ruimte die wacht op verder invulling en waarin het mogelijk is onvoorziene toekomstige programma’s een plek te geven. Een dergelijke manier van werken heeft een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van de traditionele wijze van ontwikkelen, ontwerpen, bouwen en gebruiken. Ten eerste is er het genoemde voordeel van de stapsgewijze bouw. Omdat een eerste stap relatief weinig kost kan er zonder een groot financieel risico begonnen worden. Ten tweede is er een hoge (ver?)bouwsnelheid. Geprefabriceerde units kunnen eenvoudig op hun plek worden geplaatst en aangesloten. Ten derde levert deze werkwijze een hoge toekomstige flexibiliteit. Nieuwe units kunnen worden bijgeplaatst, verplaatst onder de kap of desgewenst naar een andere locatie verhuisd. Naarmate het erf en de boerderij deel uitmaken van meer netwerken groeien de kansen op een exploitabel geheel met voldoende potentie om ook in tijden van verandering te kunnen blijven reageren op nieuwe programmatische vragen.

Cottage industries

Op een aantal plekken in het noorden valt recentelijk een toename van kleine bedrijven aan huis waar te nemen. In enkele krimpgebieden is het zelfs de snelst groeiende vorm van bedrijvigheid. Kleine bedrijven met 1 tot 10 medewerkers vestigen zich op locaties waar het goed toeven is. De landelijke rust en ruimte in combinatie met gunstige vestigingsvoorwaarden als de lage huizenprijzen zorgen ervoor dat steeds meer kleine, footloose?bedrijvigheid zich vestigt in Noord Nederland. De aanwezigheid van een snelle internetverbinding lijkt daarbij van groter belang dan de nabijheid van een snelweg of treinstation. Onder de noemer Cottage Industries ontstaat zo een nieuwe gebruikslaag in het landelijk gebied.

Cottage farms

Maar niet iedereen kan een eigen woon?werkruimte bekostigen. Voor anderen is het alleen werken geen prettig vooruitzicht. Als logisch vervolg op de vestiging van individuele bedrijven onderzoeken wij de mogelijkheid van het samenbrengen van een aantal bedrijven onder één kap. Onder bijvoorbeeld de kap van een boerderijschuur ontstaat zo een nieuwe vorm van een bedrijfsverzamelgebouw: de cottage farm. Elk bedrijf huist in een eigen unit in de schuur en, afhankelijk van de wensen van de verschillende deelnemers, vinden gemeenschappelijke functies een plek in de tussenruimte. Naast de voordelen van elkaars nabijheid en de mogelijkheid functies te delen, maakt bovengenoemde ruimtelijke opzet met verplaatsbare units onder de kap het eenvoudig mogelijk de behuizing mee te laten groeien of krimpen met het bedrijf. Vanuit de ‘tussenruimte’ onder de kap krijgt het gebouw weer een functie. Met de modulaire systematiek van de units is zelfs uitwisseling met andere cottage farms denkbaar.

Hogeland Hotel

Een nieuwe toeristisch?recreatieve laag in het landschap is het Hogeland?hotel. Een netwerkhotel bestaande uit kamers in diverse bestaande gebouwen in plaats van één gebouw op één plek. De bedrijfsvoering is in handen van de particuliere ondernemer, al dan niet collectief georganiseerd of een externe exploitant. Behalve bedrijfseconomische voordelen maakt de bundeling van kamers op verschillende locaties gebruik ten behoeve van onderwijs (tijdelijke) studio’s, bedrijfsleven (hei? sessies) of zorg mogelijk.

Zorgnetwerk

Boerderijen en andere vrijkomende bebouwing worden ingezet voor experimenten in de huisvesting voor ouderen, zoals woon?zorgzones of woongemeenschappen met zorg, krijgen een woon? zorgfunctie of fungeren als zorg?steunpunt voor een groter gebied. Voor ouderen is het hiermee mogelijk langer op vertrouwd terrein te blijven wonen. Net als bij het Hogeland Hotel is de organisatie centraal en de accommodatie decentraal opgezet.

Bouwservice

Met kleine aannemers en lokale bouwvakkers wordt een netwerk van vaklieden opgetuigd dat zich aanbiedt om bouwstromen te organiseren tussen de verschillende initiatieven in een gebied. Voor de particuliere opdrachtgever (of CPO?groep) ontstaat hiermee een financieel voordeel (inkoopkorting), voor de bouwers een nieuwe opgave waarin de voordelen van traditionele bouw worden gekoppeld met die van prefabricage en seriematigheid.

Energiegrid

De energievoorziening van de toekomst zal opgewekt worden door duurzame bronnen zoals windmolens, zonne?energie, geothermische energie, biomassa enz. De ontwikkelingen gaan snel waarbij doorgaans wordt gestuurd op grootschalige oplossingen met dito investeringen. Het speelveld wordt gedomineerd door de grote spelers op de markt. Desondanks is er een tendens waarneembaar waar burgers en bedrijven kleinschalige coöperaties opstarten om in hun eigen energiebehoefte te voorzien. Veelal gaat het om netgekoppelde PV systemen waar het surplus via saldering wordt teruggeleverd aan het bestaande netwerk. Het is goed denkbaar en wenselijk vanuit een robuust systeem om naast lokale opwekking ook lokale distributie te realiseren. Het koppelen van diverse lokale initiatieven aan een coöperatief energiebedrijf kan een stroomvoorziening verzorgen tegen lagere kosten omdat grootschalige infrastructuur niet noodzakelijk is. Daarnaast zullen de betrokkenen een groter bewustzijn ontwikkelen in hun directe omgeving om zuinig om te gaan met de beschikbare bronnen. De locale netwerken kunnen eveneens bijdragen om als motor te dienen voor een ontwikkelfonds van waaruit nog niet rendabele initiatieven ondersteund kunnen worden.

Voedselvoorziening

De landbouwsector in noord Nederland zet de trend van schaalvergroting en intensivering voort. De baten zijn sterk afhankelijk van de wereldmarkt en daarmee is een onaantrekkelijke afhankelijkheid die niet langer gecompenseerd kan worden vanuit subsidiegelden. De investeringen zijn niet voor iedere landbouwondernemer mogelijk. Regionale afzet van locale producten en diensten is aantrekkelijk om de landbouwsector te vitaliseren. Verbinden met andere initiatieven zoals lokaal energiegrid , zorgnetwerk en hogelandhotel zijn mogelijkheden om voor de landbouw een aantrekkelijk perspectief te ontwikkelen, niet als bijverdienste maar als volwaardig bedrijf.

Nieuwe vormen van kredietvoorziening

Voor ieder initiatief is een financieel arrangement nodig voor de realisatie, maar zeker ook de exploitatie. Gebruikelijk is dat ieder initiatief of het nu een bouwlocatie betreft of de uitbreiding van een bestaande onderneming zijn eigen financiering regelt. De risico analyses die door de gangbare kredietverstrekkers worden gehanteerd laten niet toe om synergie tussen initiatieven en maatschappelijke kosten baten mee te nemen in het financieringsarrangement. Hier liggen kansen en mogelijkheden via coöperatieve kredietverstrekking, crowdfunding en andere creatieve vormen. Een gebiedsfonds maakt het mogelijk om initiatieven een kans te geven waarbij de overige betrokken als aandeelhouder direct zeggenschap hebben, de wederzijdse aantrekkelijkheid komt tot uitdrukking in de mogelijkheden voor financiering.

************************************************************************************

gekoppelde projecten

Pleidooi voor ruïnes te kort door de bocht
school 24a
zomerschool
Eemsmond
wolkenfabriek

 

 

 

  • Meer afbeeldingen:
  • Gerelateerd project:
    Wolkenfabriek
    Wolkenfabriek
    Prijsvraaginzending Suikerunie terrein Groningen, 2011 (geselecteerd plan) Het stimuleren van zelfredzaamheid van burgers, stad en regio staat centraal in onze aanpak. Basis vormt een meerjarig serio...
    Eemsmond
    Eemsmond
    Voorbereiding woon-/leebaarheidsplan Eemsdelta Buitengebied Eemsmond De vraag bij dit pioniersproject was welke bijdrage de transformatie van agrarische bebouwing naar woon-werk- gebouwen kan levere...
    Zomerschool
    Zomerschool
    Workshop “Ja! Wij gaan samen wonen!”, onderdeel van de zomerschool Oud Bocum Als onderdeel van de Zomerschool vond in de zomer van 2012 een workshop plaats op locatie te Oud Bocum. Deelnemers en ...
    School 24a
    School 24a
    Inzending voor ideeënwedstrijd hergebruik voormalige school (School 24) te Nieuw Buinen 7 uur, ochtend, beetje fris nog. Prachtig licht boven de velden. Ik fiets naar School 24. Je voelt dat de lent...
    Pleidooi voor ruïnes te kort door de bocht
    Pleidooi voor ruïnes te kort door de bocht
    Artikel op Opinie-pagina in Dagblad van het Noorden Met de titel “Oldambster erfgoed verdient toekomstplan” van 14 juni trokken de schrijvers met hun artikel op de opiniepagina direct mijn aandac...
  • Documenten:
    Open de tussenruimte
    Download >>
    Open the interspace
    Download >>