Lezing ter gelegenheid van de prijsuitreiking van de Vredeman de Vriesprijs (deels gepubliceerd in Friesch Dagblad)
Onder invloed van diverse crises verkeert de economie in zwaar weer, is de woningbouwproductie piepend tot stilstand gekomen en heeft de regio te kampen met leegloop van het platteland en een trek naar de stad. Langzaamaan beseffen we dat krampachtig vasthouden aan het idee dat het morgen weer zo zal zijn als vroeger, of voorzichtige vluchten vooruit om het oude systeem aan de praat te houden niet het gewenste resultaat gaan opleveren. Acceptatie van de situatie zoals deze nu is, kan de ruimte in het denken geven die nodig is om voorzichtig uit het oude iets nieuws op te bouwen.
In deze context zijn de ideeën van de deze zomer overleden Louis G. le Roy (1924) relevanter dan ooit. Le Roy is tot ver buiten Fryslân bekend geworden als tegendraads denker en bouwer van ecokathedrale projecten. over architectuur, stedebouw en landschapsontwerp. Hij ging niet mee in de gebruikelijk manier van werken waarij allereerst een eindbeeld gedefinieerd werd en de factor tijd slechts een storende kon zijn op weg naar de realisatie van dat beoogde eindbeeld. Le Roy deed het anders. Hij stelde voor te beginnen met wat we nu hebben en stap voor stap te bezien wat we daarmee kunnen bereiken. Dat is werken in de natuurlijke richting, in plaats van het van tevoren bedenken van een compleet nieuwe werkelijkheid. De bedoeling die hij daarbij voor ogen had was een systeem dat, naarmate het complexer werd, steeds sterker zou worden.
Le Roy gebruikte diverse middelen om zijn hypothese te toetsen. Zo bouwde hij aan ecokathedrale projecten als tuinen en parken, maar ook onderzocht hij complexiteit aan de hand van stapelingen van verschillende stukken kristal; verder schilderde, tekende en doceerde hij en schreef hij verschillende boeken. Voor hem waren het allemaal manieren om tijd en complexiteit te leren kennen en benutten.
Stap voor stap
De tijd van grote, bouwbare toekomstdromen is voorlopig voorbij. We kunnen nog wel dromen en voorzichtig richtingen en ambitiewolken formuleren, maar het eindbeeld kennen we vooraf niet. Net als de middeleeuwse kathedralenbouwers nooit vooraf het eindresultaat kenden van hetgeen zij bezig waren te bouwen, zo zullen wij ook moeten oefenen in het stap voor stap werken. Le Roy deed dit al zijn hele leven. Hij bouwde met het materiaal dat voorhanden was. Telkens wanneer een vrachtwagen met resten stratenmakersmateriaal werd leeggekiept op zijn terrein zei hij: ,,Precies wat we gevraagd hadden!”
De vragen waarop al bouwend een antwoord werd gegeven, dienden zich gaandeweg het proces aan. Was er een gevaarlijk kruispunt over de Kennedylaan, wilde men een verbinding naar een volgend stuk ecokathedraal, moest er berenklauw verwijderd worden of een pad worden verlegd; zodra de kwestie zich aandiende, werd er door de betrokkenen over gesproken en een oplossing gevonden.
Ook de menselijke arbeid die voorhanden was, aanvaardde Le Roy als een gegeven. In Mildam werkte hij eerst decennia alleen om aan te tonen hoeveel werk één persoon met zijn vrije energie in een mensenleven kon verzetten. Maar hij kende ook de noodzaak zijn kennis door te geven en op latere leeftijd heeft hij ook anderen op ‘zijn’ terreinen toegelaten. Natuurlijk zijn er de trouwe leerlingen die le Roy al jaren opleidde in Mildam en die daar nu nog elke dinsdag verder bouwen, maar ook buurtbewoners, schoolklassen en andere geïnteresseerden meldden zich aan en begonnen mee te werken aan de ecokathedrale projecten. In tegenstelling tot reguliere bouwprojecten is hier ook ruimte voor de ideeën en expertise van de bouwers.
Een dergelijke manier van werken vereist nieuwe spelregels. Als we het eindbeeld niet kennen worden we zenuwachtig. Wat moeten we vastleggen of juist vrijlaten? Bestemmingsplannen zijn bedoeld om excessen te voorkomen, maar bieden weinig ruimte voor een onvoorzien programma of dynamiek. Het is dankzij de inspanningen van de Stichting Tijd, die de geestelijke nalatenschap van Le Roy beheert, dat er voor enkele van zijn projecten in Heerenveen (en elders) een nieuwe bestemming is vastgelegd. Nu de ‘ecokathedrale bestemming’ bestaat (zie www.stichtingtijd.nl), kunnen overal bewoners zich verenigen, een aanvraag voorbereiden en proberen een gemeente te bereid vinden de inrichting en het beheer van een stuk openbare ruimte aan hen over te dragen, zodat ze een ecokathedraalproject kunnen beginnen.
Dubbelstad
Met de honderdjarige contracten die ondertussen in Heerenveen en Groningen zijn getekend, is er ruimte gekomen voor daadwerkelijke invloed van bewoners op hun dagelijkse leefomgeving. Niet met de bedoeling tot een complete overname te komen, maar om te werken aan een symbiotische dubbelstad, zoals le Roy die noemde. Vanuit de overtuiging dat een systeem zonder een tegenkracht niet kan overleven, heeft hij altijd gevraagd om één procent van de ruimte voor een ecokathedrale tegenhanger van onze geregelde en geordende wereld.
Met zijn Belgische vriend en collega-architect Lucien Kroll deelde hij een bijzondere bereidheid elke aanwezige situatie te accepteren en hierop voort te bouwen. De kunst is daarbij aan te voelen wat een zinvolle toevoeging aan het systeem is, of hoe het geholpen kan worden zich verder te ontwikkelen in een gewenste richting.
Na een lange periode waarin we ons als planners, ontwerpers en bouwers telkens opnieuw een tabula rasa konden veroorloven en steeds een nieuwe poging konden ondernemen nu echt de juiste toekomst te ontwerpen en te bouwen, dwingen crisis en krimp ons nu om voort te borduren op wat er is. Om net als Le Roy te werken met het materiaal dat voorhanden is. Om antwoorden te geven op werkelijk gestelde vragen en niet uitsluitend op de voor ontwerpers boeiende. Om klein te beginnen en dan te zien hoe het zich verder kan ontwikkelen.
Het is fascinerend te zien hoe krachtig het fundament dat Le Roy ons heeft nagelaten nu al is. In Groningen werkt een groep al meer dan drie decennia zelf verder aan het Lewenborgproject, de ecokathedraal in Mildam groeit nog en wordt hopelijk eerdaags uitgebreid en in Heerenveen werken buurtbewoners, jong en oud, aan hun tuin als hart van hun buurt. Maar ook hebben dansers, dichters, fotografen en andere bezoekers deze gebieden ontdekt als plekken waar energie stroomt; ze voegen elk op hun eigen manier een laagje toe. De grens tussen wat permanent en wat tijdelijk is, vervaagt. In een tijd waarin de enige constante de verandering lijkt te zijn, heeft Le Roy ons geleerd niet bang te zijn voor een ongewisse toekomst en gewoon te beginnen.